Press - Interviews

Oranje blanje blues

Monday, 01 December 2008

Block Magazine, Nr 142, by Rien Wisse

Op zoek naar krenten in de Nederblues-pap - deel I

Nederlandse bluesbands zijn altijd en overal te vinden. Elk weekend is er wel ergens een kroegentoecht, een festival in een tent, een bluesavond in een buurtcafé of het wekelijkse optreden op de vaste bluespodia in ons land. Ze maken allemaal, al dan niet in eigen beheer geproduceerde en uitgebrachte cd's, die ook bij BLOCK arriveren.

Gedurende het hele jaar 2007 hebben we veel uit eigen land beluisterd en zagen we talloze bands tijdens de hierboven aangeduide evenementen. We selecteerden op zowel kwaliteit, originaliteit en presentatie. En kwamen tot de conclusie dat er in ieder geval zo'n tien bluesacts in Nederland zijn die er om één of andere reden uitspringen. Van half november tot eind december doorkruisten we driekwart van Nederland om vijf acts aan het werk te zien en met hen te praten. Later dit jaar doen we dat opnieuw voor het tweede deel van deze serie, dat in het najaar te verwachten is. Maar nu eerst: Bradley's Circus, de Robbert Fossen Band, Ralph de Jongh, de Electrophonics en de Little Boogie Boy Bluesband.

...

De Nieuwe Nor, Heerlen, 21/12
THE ELECTROPHONICS

In Nederland lopen nogal veel bands rond in de categorieën jump en retro swing. De Limburgse Electrophonics, onze favoriete band in deze sector, bestaan sinds 2001. De band leverde een studio-album af en recent werd de cd 'Catch That Swingtrain, The Moulin Blues 2007 Recordings' uitgebracht. Ondertussen wordt menig publiek gevloerd, vanwege hun energieke en fris spetterende optredens. Ook in De Nieuwe Nor heeft de band weinig tijd nodig om als openingsact het publiek mee te krijgen. Na afloop van het optreden zitten we met de complete bezetting in de kleedkamer.

Stephan: 'Aanvakelijk richtten we ons op de jump van de jaren negentig die op dat moment hot was. Rod Piazza And The Mighty Flyers, Teddy Kid Morgan... bands die ons aanspraken. Uiteindelijk zochten we uit waar die muziek vandaan is gekomen. Het proces dat waarschijnlijk elke blues band zal meemaken. Enfin, we ontdekten dat op die oude opnamen altijd blazers werden gebruikt. Wij waren al een open band, vanwege de toetsen en de contrabas, dus door het aantrekken van blazers konden we het oude materiaal gaan coveren. Tot 2003 hebben we zonder blazers gespeeld. Deze bezetting is een vaste bezetting, hoewel Ruud Gijsen, de gitarist die natuurlijk nooit meer weg mag, min of meer ambulant is'.
Ruud: 'Vanwege mijn drukke dagbaan hebben we eigenlijk drie gitaristen. Roy van der Putten speelt weleens mee als ik niet kan en datzelfde geldt voor Maurice Coumans van Big Four. Als de band ooit dé gitarist vindt, zal ik het stokje doorgeven. Ik vindt muziekmaken erg leuk, maar het is voor mij geen hoger doel ofzo. Het gaat om het spelen en dat kan voor mij in een zaal met pakweg zeventien mensen net zo leuk zijn als op een groot festival'.
Stephan: 'We hebben allemaal een baan of studeren en ons streven is om zo'n twee keer per maand te spelen. We houden de boekingen in eigen hand'.
André: 'Voor mij was deze muziek behoorlijk nieuw. Ik heb een conservatorium jazz en pop-achtergrond. Maar ik vind het een unieke kans om als blazer blues te kunnen invullen. En als we iets spelen wat te ver buiten het stramien van de nummers uit het repertoire valt, dan wordt dat wel aangegeven door de overige bandleden. Dan schaafden we het bij totdat het paste'.
Stephan: 'Zo'n nummer als 'I Wonder What She Says', dat ook op 'Feels Like A Million' staat, is er één waarin we wat uitersten hebben gecombineerd. We hebben er een jazzy lick onder gezet, die we zo'n beetje het hele nummer vasthouden, maar dan gaat het naar zo'n bluesswing gitaarsolo en dan weer terug naar de basis'.
Stephan: 'Da's het leuke aan deze band. Het is niet honderd procent gekopiëerd en het is ook geen doorsnee swing. Er zit een heel duidelijke eigen draai aan'.
Ruud: 'In Texan Tail, mijn vorige band, werd ik heel erg die kant van die oude rhythm & blues en swing opgeduwd. Ik luister daar nu niet veel meer naar. Op een gegeven moment moet je dingen loslaten en naar andere wegen gaan zoeken. Als ik bijvoorbeeld vijf keer naar Ronnie Earl heb geluisterd, wil ik weer eens iets anders horen. Dat hele gebied tussen Tiny Grimes en T-Bone Walker waar ik toen helemaal mee bezig was, zit nog wel in mijn spel, maar ik ben ook alweer met andere dingen bezig. En T-Bone blijft mijn grote held door de jaren heen.'
Stephan: 'Ik heb altijd heel veel geluisterd naar Rod Piazza en William Clarke. Clarke heb ik helaas nooit live gezien. En daardoor ben ik terecht gekomen bij hun mentor George 'Harmonica' Smith.
We zouden, na dat optreden op de meest recente editie van Ospel, wel weer eens iets groots willen doen. Peer bijvoorbeeld zou een nieuw hoogtepunt kunnen zijn. Van daaruit zouden we misschien eens wat meer in België kunnen spelen
'.
Peter: 'Aan de andere kant zijn er na ons optreden in Ospel toch ook niet echt veel boekers naar ons toegekomen. Maar daarna sijpelde het nog wel een poosje door'.
André: 'Ik luister veel naar Louis Jordan. Daar zit zoveel in. Louis Armstrong heeft nog bij hem gezongen. De moderne jazz waarnaar ik ook luister kan ik in deze band niet kwijt. Maar daarmee ben ik overdag op het conservatorium voldoende bezig'.
Ruud: 'Het leuke van deze band is dat alles ook gemakkelijk op zijn plaats valt, zonder veel te repeteren. Het repertoire is toch grotendeels twaalf maten en drie akkoorden, ook al lijkt zo'n swing-uitwerking met veel breaks en veel tussenloopjes en akkoorden soms voor het publiek wat meer ingewikkeld in elkaar te zitten'.
André: 'Alleen voor de nieuwe studio-cd die we willen gaan maken met nieuwe nummers moet weer hard worden gerepeteerd. Maar dat is ook leuk. En ook achteraf kunnen nummers vaak verder worden ontwikkeld dan de vorm waarin ze zijn opgenomen'.
Ruud: 'Die ruimte moet er altijd zijn. Als je alles maar steeds hetzelfde blijft doen, wordt het een emotieloos verhaal. Het blijft steeds opletten op het podium. We staan wel ontspannen te kijken, maar onderling ben je steeds weer bezig met wat er om je heen gebeurt. We spelen soms met anderen tijdens feesten en jams. Dan sta je de hele avond te spelen en achteraf weet je niet eens meer welke nummers je hebt gespeeld. Dat is dan een avond vol improvisatie'.
Ruud: 'Daarnaast komen de optredens min of meer vanzelf. We bellen geen kroegen meer en omgekeerd worden wij niet meer gebeld door kroegen die op zoek zijn naar een band die voor 250 euro wil komen opdraven. We zijn met zeven man en kunnen aardig improviseren als de ruimte op het poidum klein is. Maar we willen er financieel ook wel iets aan overhouden. Wat dat betreft is het goed dat we veel in het festivacircuit terecht zijn gekomen, waar hele andere prijzen gelden'.
Stephan: 'Limburg heeft niet echt iets dat je een bluesscene kunt noemen, maar je ziet natuurlijk wel vaste gezichten opduiken zoals Daan Prevoo, Phil Bee en Marcel Haerkens. En er is een aantal bluesgroepen actief. Podia zijn er ook wel. We spelen eigenlijk het vaakst in onze eigen regio'.